Je winkelwagen is momenteel leeg!
Categorie: Interview

Agroforestry en boomkwekerij op Lenteland-boerderij ’t Gagel
Daan Houwers is een van de vier regeneratieve boeren aan het roer van Lenteland-boerderij ’t Gagel op de lemige zandgrond van Lochem. Met zijn collega’s runt hij dit gemengde boerenbedrijf van 45ha met maar liefst 9 bedrijfslijnen: tuin, fruitgaard, boomkwekerij, dieren, cursussen, activiteiten, camping, horeca en winkel. Hun missie: boeren voor het leven. Onder vorig eigenaarschap was de boerderij een gangbaar melkveebedrijf met camping, maar sinds de overname door Stichting Lenteland in 2024 is ‘t Gagel een gemeenschapsboerderij. Het plan is er een modelboerderij voor rendabele regeneratieve landbouw van te maken.
Ontwerpkeuzes
Wat Daan betreft is agroforestry de toekomst. Hij draagt dan ook de verantwoordelijkheid voor de boomkwekerij, de fruitgaard en de werkzaamheden aan het landschap. Het doel van het agroforestry ontwerp is zoveel mogelijk diversiteit aanbrengen op de productiegrond, op een manier die in elke fase van de opbouw en in een groot gedeelte van het jaar productie levert. Er is gekozen voor fruit- en notenteelt met op elke plantrij één cultivar als hoofdgewas, afgewisseld met akkers voor bijvoorbeeld pompoenen. De afwisseling tussen bomenrijen en kleinschalige akkers bevordert de gevarieerde structuur van het landschap en vergroot daarmee diversiteit van soorten. Er is tijd nodig om de toename van diversiteit in balans te laten komen. Daar houdt de begroting rekening mee. In het eerste jaar is 75% verlies van productie, door bijvoorbeeld vraat, ingecalculeerd. Dit percentage neemt elk jaar met 1% af en de verwachting is dat het in de toekomst rond de 60% zal blijven.
Een factor die dit ontwerp bepaalt is het karakteristieke Achterhoekse landschap. Daan, geboren in de regio, legt uit: We hebben het agroforestry systeem ingericht met in ons achterhoofd het coulisselandschap. De houtwallen aan de randen van het perceel trekken we door in het agroforestry systeem, maar dan met productiegewassen. Zo creëren we in ons ontwerp zoombosranden. Van de zijkant bezien, zul je in de toekomst een golvende beweging zien van hogere bomen, gevolgd door lagere bomen, fruitstruiken en een kruidlaag. De lijnen zijn zo georiënteerd dat mensen vanaf de dijk de overkant van het veld kunnen zien. Men wil hier immers een open landschap kunnen ervaren, aldus Daan.
Ook is overwogen welke gewassen goed in de markt liggen. Zo bestaat het overgrote deel van het kleinfruit uit blauwe bes en braam. Maar afnemers weten ’t Gagel ook al te vinden. Een aantal partijen stelde ons de vraag of we meerjarige kruiden, zoals munt en brandnetel, kunnen telen. Dat is natuurlijk een supermooie kans. De houtige gewassen staan 4 meter uit elkaar, dus daar tussen kun je een bed met meerjarige kruiden plaatsen. Zo bestaat je kruidlaag niet simpelweg uit gras, maar een productiegewas waar wij ons verdienvermogen nog verder mee kunnen diversifiëren
Boomkwekerij
Hiernaast zet Daan een boomkwekerij op volgens het principe van ‘air-prune boxes’. Het bestaat uit twee gestapelde palletranden, waarvan de onderste lucht bevat. De penwortel van een zaailing stopt met groeien zodra deze lucht raakt en maakt dan een stevig wortelgestel in de breedte. De focus ligt op autochtoon inheemse zaden, om stevige bomen met hoge genetische diversiteit in het landschap toe te voegen. Deze zullen op het eigen perceel worden gebruikt, maar ook worden verkocht voor de aanplant van andere agroforestry systemen of natuurontwikkelingsprojecten en als onderstam voor kwekers. Enkele voorbeelden van bomen die nu gekweekt worden zijn hazelnoot, mirabelpruim en lijsterbes.

Aanplant en onderhoud
In november 2024 is de eerste 5ha in drie dagen tijd aangeplant met een plantmachine: 4000 bomen in totaal, waarvan 1000 productie en 3000 supportbomen, zoals zwarte els. Supportbomen kunnen verschillende functies hebben, zoals stikstofvastlegging, windbescherming en het leveren van snoeimateriaal voor mulch. Ondanks de kostenbesparende keuze voor beplanting zonder boombescherming zijn de eerste resultaten positief en is er weinig onherstelbare vraatschade aangericht. Omdat we zo veel zo dicht op elkaar hebben geplant, is er meer aanbod dan de hazen op kunnen. Ook hebben we knotwilgen aan het begin van enkele lijnen gezet, dat vinden ze veel lekkerder.
De trekker komt zo min mogelijk op het veld, maar gedeeltelijke mechanisatie van onderhouds- en oogstwerkzaamheden is nodig om de manuren te beperken. Daan heeft zijn oog al laten vallen op efficiënte oogstmachines, zoals takkenschudders. Toch werkt hij ook graag handmatig. Zo kun je veel beter zien hoe het gaat met de planten, waar je je plannen vervolgens weer op aanpast. Op den duur zal er ook vee tussen de bomen lopen en een deel van het snoeiwerk verrichten en het land regeneratief begrazen.
Een boodschap die Daan geeft aan andere boeren die overwegen met agroforestry te beginnen: blijf kijken en wees flexibel met je plannen. Het is zo vet om te zien hoe snel het systeem reageert, als je het maar de kans geeft. En een toekomstdroom die hij zelf nog heeft? Een stuk afgegraven moerasgebied waar we wilde gagel weer kunnen laten groeien!
Tekst: Machteld Vergouw
Felicia Slettenhaar, “ik hoop ooit de ruimtelijke ordening in Nederland te veranderen”
Ecoloog Felicia Slettenhaar (24) moest als klein kind niets hebben van beestjes. Dat veranderde toen ze leerde van vogels te houden. Nu zet ze zich in voor alles wat groeit en bloeit, in het bijzonder voor regeneratieve landbouw, een vorm van landbouw waarbij het draait om het herstel van natuurlijke processen.

“Liefde voor de natuur heb ik van jongs af aan meegekregen. Mijn familie nam me als kind mee het bos in en leerden me goed te kijken naar vogels. Zoals het roodborstje, mijn favoriete vogel vanwege zijn nieuwsgierigheid en mooie zang.
Toen ik 14 was, wist ik dat ik biologie wilde studeren. Tijdens mijn studie biologie realiseerde ik me hoe snel het verlies van leven gaat, voornamelijk door menselijk ingrijpen. Dat was een schokkend inzicht. Hoe kunnen we de slechte impact van de mens verminderen? Aanvankelijk was dat de grote vraag die me leidde. Maar ik wilde meer handelingsperspectief. Via een leerprogramma over regeneratie kwam ik in aanraking met regeneratieve landbouw.
Regeneratieve landbouw is gericht op het vergroten van de biodiversiteit, het verrijken van de bodem, het verbeteren van de waterhuishouding en versterken van ecosystemen. Zo werk je tegelijkertijd aan ecologische, sociale en economische winst. Dat levert niet alleen gifvrij en vitaal voedsel op, maar ook een betrokken gemeenschap en een levende bodem.
Boerderij Bodemzicht
Via dit leerprogramma kwam ik als student terecht op boerderij Bodemzicht, de voorloper van ’t Gagel. Daar kwam ik in aanraking met mensen die actief dingen doen om te zorgen voor méér leven, wat een heel motiverende insteek kan zijn. Toen op de boerderij de functie voor een ondersteunend medewerker vrijkwam, viel alles op zijn plek. Nu werk ik op ’t Gagel als de spin in het web voor de verschillende activiteiten die op de boerderij plaatsvinden.
Ik hoop ooit de ruimtelijke ordening in Nederland te veranderen. We denken te veel in hokjes bij het indelen van de ruimte die in Nederland beschikbaar is. Het is zo jammer dat we mensen apart zijn gaan plaatsen van natuurgebieden. Enerzijds is er de beschermde natuur, maar vlak daarnaast vind je gerust weer een plek waar schadelijke activiteiten plaatsvinden. We moeten juist gebieden met elkaar verbinden op een manier die versterkend werkt. Dan kom je al snel uit bij regeneratieve landbouw, die voedselproductie verbindt met natuur.
Helaas worden boeren die het anders willen doen vaak te weinig betrokken bij besluitvorming rondom landgebruik. Mede daarom heb ik mij verdiept in ruimtelijke ordening, om meer te weten te komen over hoe besluiten tot stand komen en hoe je daarop wél invloed kunt uitoefenen. Een ander groot obstakel is de wet- en regelgeving. Die ondersteunt de industriële landbouw nog altijd en belemmert verandering. Ook de toegang tot land is een obstakel. Land is te duur, waardoor je minder gemakkelijk een boerderij voor regeneratieve landbouw kunt beginnen. Tenslotte moet ook de eetcultuur veranderen. Regeneratieve landbouw betekent een eerlijke prijs en dat je ook meerjarige gewassen, zoals noten, verbouwt in plaats van alleen eenjarige gewassen, zoals tarwe. Dat vraagt dat mensen overstappen op een ander voedingspatroon.
De transitie vereist een lange adem, maar het is hoopgevend dat er steeds meer initiatieven zijn om de natuur te versterken. Zelf put ik hoop en vertrouwen uit het feit dat ik meewerk aan een concreet project, dat steeds meer mensen weet te bereiken. Ik hoop dat meer mensen gaan nadenken over wat ze belangrijk vinden en over de herkomst van hun voedsel, en dat zij hun hart volgen. Dan kan het kantelpunt dichterbij komen.”
Tips van Felicia Slettenhaar
- Doe onderzoek naar waar je voedsel vandaan komt en probeer lokale regeneratieve voedselinitiatieven te ondersteunen door hier je boodschappen te doen, hier uit eten te gaan en de tip door te geven aan je netwerk.
- Maak structureel tijd vrij om te onderzoeken hoe je kunt bijdragen aan regeneratie via een manier die bij je past, bijvoorbeeld door een vaste dag in de week te reserveren voor vrijwilligerswerk op een voor jou inspirerende plek.
- Lees het boek Braiding Sweetgrass van Robin Wall Kimmerer, een prachtig boek wat illustreert over hoe we als mensen in de moderne tijd wederkerig kunnen leven met het land.
Tekst: Joke van Rooyen

These young farmers are creating an ecological sanctuary on 45 hectares: “We have no time to lose”
On 45 hectares of depleted land, Dutch farmers Anne, Ricardo, Daan and Roos show how quickly you can bring back life to a farm. Over the course of mere months, they’ve laid the foundation for a regenerative market garden, a campsite, an orchard and a tree nursery full of biodiversity. “We have no time to lose”, Anne says.
What’s it like having to leave a place where you can identify nearly every plant and recognize the birds by their call? When Anne van Leeuwen and Ricardo Cano arrived in the Dutch town of Malden in 2019, to start their first regenerative farm called Soil Perspective, they hoped they would never find out. “But the reality is that we wanted to move forward quicker than the estate on which our farm was situated”, Anne explains. “Of course, this hurt, but we also felt a sense of acceptance. As if this was what life had in store for us – a metamorphosis that has already created space for an incredible new adventure.”
Together with their former trainee Daan Houwers and regenerative chef Roos Burger, over the last few months, Anne and Ricardo have laid the foundations for cooperative farm ‘t Gagel, named after one of the indigenous plants that used to thrive in the area. “We’ve already made some good progress with our no-dig market garden and the campsite, but we’re also planning to open a farm store and connect people through workshops, courses and activities”, Anne explains.
“We want to kickstart agroforestry in this eastern corner of the Netherlands”

Anne van Leeuwen: “We want to create a radically diverse farm, full of life.” Photographer: Diane van der Marel Kickstarting agroforestry
In addition, the farm – that consists of 45 hectares – will be the home to a regenerative orchard and tree nursery. “We want to kickstart agroforestry in this eastern corner of the Netherlands”, Daan explains. “Our aim is to inspire the local agricultural community, because farmers can achieve so much ecologically if they integrate edible trees and hedges into their land.” Furthermore, investing in trees makes sense financially, as environmental organizations, food forests and businesses who want to offset their emissions are in constant need of strong seedlings grown without any chemicals, Daan asserts. “It’s an emerging market full of potential.”
“Once the Bog-Myrtle, the indigenous plant our farm was named after, returns, we are on the right track”
Radically diverse
“One of our KPI’s is 5,000 tree frogs”, Anne laughs, “which means we will have to be careful whilst harvesting in the orchard to prevent shaking them out of the trees.” She can’t wait to see the meadowland birds, owls and other species return to the farm. “To attract wildlife, we will create natural zones around the small canalized stream that runs through the land”, Daan adds, “with pools, pollard willows, a marsh area and other landscape elements that are characteristic of the region, like wooded banks and hedgerows.”
“And once the Bog-Myrtle, the indigenous plant our farm was named after, returns, we know we are on the right track”, Anne concludes.
Cooperative ownership
Moreover, what makes this farm unique, is that in the coming years the farmers will look for hundreds of people willing to purchase land shares and subsequently become co-owners of the site. With this freed up capital, Lenteland, a Dutch foundation who’s determined to provide young regenerative farmers with access to land, will buy and liberate another farm from the economy, hence providing an antidote to ever rising land prices.
“We’ve already had many requests from people who want to become a co-owner and, in return, would like some advice on how to regenerate their own garden”, Anne says. “This way, we’re able to restore multiple places at once and, because their money flows back to Lenteland, they also contribute to the agricultural transition at large. What more can we ask for?”
Looking for more on how we can put ecology at the heart of our economy? Follow us on LinkedIn and Instagram!
Originally published on the 21st of March 2024. Translated on the 27th of June by Nadine Maarhuis.